Verpakkingen, je kunt er eigenlijk niet omheen: nieuwe kleding van de H&M, een boek bij bol.com, een broodje op het treinstation of een brood van de supermarkt.
Alles is verpakt. Het gevolg bij ons thuis is dat onze papier- en plasticbak altijd vol is als de vuilnismannen langskomen, ondanks dat we proberen zo min mogelijk verpakkingen te kopen en weg te gooien. Want het is zonde van het materiaal én het milieu.
Blijkbaar is het heel lastig om verpakkingsloos door het leven te gaan. Kan het eigenlijk wel? En hoe kun je hiermee aan de slag gaan? In dit artikel vertel ik je daar meer over.
(Plastic) verpakkingen: lust of last?
Loop eens een rondje door een winkel, duik op je werk eens het magazijn in (alleen, niet met die leuke collega) of trek thuis een keukenkastje open: Overal verpakkingen van karton en (vooral) plastic.
Zeker dat plastic staat de laatste tijd in een niet al te best daglicht, en dat is niet onterecht. Plastic soep in de oceanen, plastic in magen van dode dieren, microplastics in ons eten. Al valt dat laatste wel mee volgens de wetenschappers in het programma Broodje gezond.
Toch heeft plastic ook een hoop voordelen: het is goedkoop, sterk en blijft lang goed. Het is daarom perfect materiaal om eten in te verpakken. De belangrijkste redenen van verpakkingen zijn immers het voorkomen van bederf en beschadigingen aan het product (en ruimte voor reclame en productinformatie).
Fabrikanten en winkeliers
En dat is precies de reden dat plasticvrij door het leven gaan heel lastig is. Een rondje door de supermarkt laat namelijk zien dat (bijna) elk product verpakt is, en niet zelden in plastic.
Toch proberen ook fabrikanten en winkeliers het aantal verpakkingen te verminderen. Zo heeft Albert Heijn eerder dit jaar een proef gedaan met een verpakkingsloze groente- en fruitafdeling en gaat bol.com duizenden producten zonder doos versturen.
Tips voor een verpakkingsloos leven
Moedige keuzes, maar zelf kun je ook een steentje bijdragen aan minder verpakkingen. De 6 ‘laagdrempelige’ tips helpen mij op weg naar een verpakkingsarm (of zelfs verpakkingsloos) huishouden. Hopelijk kun jij er ook iets mee!
1. De markt of speciaalzaak
In supermarkten ligt alles letterlijk voor het oprapen, maar dan wel voorverpakt. Vlees, vis, groente en fruit, maar ook melk en brood. Bij de bakker, groenteboer of slager liggen de producten vaak zonder verpakking in de vitrine.
Op de markt geldt trouwens hetzelfde. Het is dan natuurlijk wel belangrijk dat je zelf een verpakking meeneemt die bruikbaar is voor de bakker, boer, slager of marktkoopman (zie ook de derde tip).
Overigens zijn er tegenwoordig ook ‘verpakkingsvrije winkels’, bijvoorbeeld in Leiden. Helaas lijkt het concept in Nederland nog niet echt aan te slaan, dus vooralsnog is het vooral weggelegd voor enkele stadsbewoners.
2. Niet online maar in de winkel
De groei van online bestellingen heeft twee grote gevolgen: overal rijden (vaak vervuilende) bestelbusjes rond, en producten worden verpakt in extra dozen, zakken en pakken. Dat laatste is best begrijpelijk, want het beschermt producten en maakt ze stapelbaar in het busje.
Toch is het niet erg milieuvriendelijk. Daarom is het verstandig(er) om gewoon naar de winkel toe te gaan, en dan het liefst met de fiets of het openbaar vervoer. Zo sla je twee vliegen in één klap: minder uitlaatgassen én minder verpakkingen.
Wil je het nog dichter bij ‘de bron’ kopen, dan kun je ook altijd de boer of een pluktuin bezoeken. Zo kan ik (in Tilburg) bijvoorbeeld naar de Stadstuinderij of Sprankenhof. De borden langs de weg (“verse asperges” of “aardbeien van het land”) wijzen je vaak de weg.
3. Je eigen verpakkingen
Een derde goede tip is om zelf verpakkingen mee te nemen. Je hebt thuis vast nog tasjes of tupperwarebakjes liggen waar het groente en fruit in kan. Zo niet, dan kun je altijd nog mooie, herbruikbare zakjes kopen (kijk bijvoorbeeld eens op deze website).
4. Minder voordeelpakken
Voordeelverpakkingen zijn fijn. Zo is een grootverpakking ‘nattebillendoekjes’ (sorry, ik heb een klein kind in huis) een stuk goedkoper en draagt het fijner dan 10 losse pakjes. Toch is het wel weer een extra plastic verpakking.
De vraag is dan wat belangrijker is voor jou: die paar cent (want daar gaat het vaak over) en draaggemak, of toch het milieu. Ik kies tegenwoordig toch voor het laatste en neem een grote tas mee voor alle losse pakjes billendoekjes.
Overigens zijn grootverpakkingen lang niet altijd slecht: één grote pot pindakaas is beter dan twee kleine potten, al geldt dat alleen als je de spullen echt opmaakt. Grootverpakkingen voor grootverbruikers dus.
5. Vers kopen, koken en bereiden
Het zijn vaak de kant-en-klaarmaaltijden, pakjes en zakjes die uitgebreid verpakt zijn. Neem de maaltijdsalades in de supermarkt: een plastic bak met deksel, en daarin ook nog plastic verpakkingen voor de saus, garnering en extra vulling. Oh, en een kartonnen productlabel om het geheel.
Als ze je zelf een salade maakt, spaar je veel plastic uit. Extra voordeel is dat je zelf kunt kiezen waarmee je de salade vult (voor mij dus geen wortelslierten). En ja, het kost wat meer tijd, maar daar kom ik straks nog op terug.
6. Een nieuwe functie
Kun je dan echt niet om de verpakking heen? Geef het dan een nieuwe functie, zodat je er langer profijt van hebt. Een doos voldoet prima als verstopplek voor je kat, plastic zakjes kun je gebruiken als afvalzak (voor je overige plastic ;-)) en in de bakjes van de aardbeien kan het playmobil-speelgoed worden opgeruimd. Ideaal!
Lastig
Zelf probeer ik natuurlijk ook zo min mogelijk verpakkingen te gebruiken, want ook ik stoor me aan al het plastic (en karton) dat ik steeds weer weg moet gooien. Waarom is verpakkingsloos leven dan toch zo lastig? Voor mij zijn er twee punten.
Gemak dient de mens
Allereerst is een verpakking vaak gemakkelijk(er). Even snel uit je werk boodschappen halen bij de supermarkt om te hoek, online nieuwe kleren bestellen of een kant-en-klare maaltijdsalade. En hop, daar heb je weer een berg plastic.
Ik probeer dan altijd bewust de afweging te maken tussen de alternatieven: hoeveel meer tijd, geld en moeite kost het verpakkingsloze alternatief mij? En is het milieu mij dat waard?
In steeds meer gevallen is het antwoord ‘ja’. Bovendien went het: op een gegeven moment weet je waar je zonder verpakkingen producten kunt kopen en wordt je rondje over de markt steeds efficiënter. Kwestie van proberen en leren!
Vreemde blikken
Iets anders wat soms lastig is, zijn de vreemde blikken die mijn verpakkingsarme leven opleveren. Bijvoorbeeld als ik zeg dat mijn dochter geen rietje hoeft bij haar appelsap. Als ik bij het Thaise afhaalrestaurant aankom met mijn eigen ‘bakjes van de Chinees’. Of als ik de bakker bij de Albert Heijn vraag of ik een pistoletje mag zonder een plastic verpakking eromheen.
De vraag is ook of ‘die vreemde blik’ wel echt vreemd is. Misschien is die persoon wel verrast, nieuwsgierig of oprecht geïnteresseerd. Het is vaak onze eigen gekleurde bril en interpretatie, en die klopt lang niet altijd.
Of de blik oprecht vreemd is of slechts mijn interpretatie maakt uiteindelijk niet uit, ik weet waar ik het voor doe. Als ik bovendien uitleg waarom ik geen verpakking wil, levert het vaak alleen maar positieve reacties op. Zo hoop ik ook nog eens andere mensen aan te steken.
Verpakkingsloos of verpakkingsarm?
Helemaal verpakkingsloos leven is mij (nog) niet gelukt. Misschien is dat ook een iets té radicale stap, voor mij maar ook voor de fabrikanten en winkeliers.
Daarbij is het aandeel van verpakkingen in de klimaatimpact relatief laag. Voor voedsel ligt dat percentage maar op 7%! Er is verhoudingsgewijs dus eigenlijk te veel aandacht voor.
Toch kan minder verpakkingen gebruiken natuurlijk nooit kwaad, en ‘zo verpakkingsarm mogelijk’ door het leven gaan is een mooie eerste stap en uitdaging. Wie weet wat dan de volgende stap wordt!