Tekst: Floor Matla
Tijdens mijn studie antropologie leerde ik om dingen te begrijpen door ze te ervaren. Die instelling is niet alleen behulpzaam in mijn werk als onderzoeker, maar ook in mijn dagelijks leven. Zo kom ik in mijn zoektocht naar een duurzamere leefwereld een hoop interessante initiatieven tegen. Vaak probeer ik dan manieren te vinden om er zelf actief aan bij te dragen. Dat levert leuke ervaringen op, die me nog lang bijblijven. Speciaal voor de week van het tweehandstextiel: dit is wat een dagje bij een textielverwerker met me deed.
Verloren loop ik door de gigantische ruimte. Volgens één van de werknemers moet ik “helemaal achteraan” zijn. De ruimte staat vol met balen samengeperste kleding, vorkheftrucks en stalen rolcontainers. Het wordt me duidelijk dat hier het sorteringsproces plaatsvindt: groen textiel in de groene kar, wol bij wol, schoenen bij schoenen. Aan het einde van de hal vind ik een plastic strokengordijn. Voorzichtig loop ik er doorheen en ik kom terecht in een vrijwel identieke hal. Er hangt een ietwat chemisch luchtje. In de hele ruimte zie ik slechts één medewerker. Ik probeer haar te vragen waar ik moet zijn, nog net komt mijn stem boven de ronkende machines uit. De vrouw spreekt geen Nederlands of Engels en wijst in de richting waar ik zojuist vandaan ben gekomen.
Inzamelen ≠ recyclen
Ik ben in Wormerveer, waar Wieland Textiles is gevestigd, één van de weinige organisaties in ons land die zich bezighoudt met het inzamelen en daadwerkelijk recyclen van textiel. In Nederland alleen al wordt jaarlijks tussen de 200 en 300 miljoen kilo aan kleding de deur uit gedaan. De helft hiervan wordt vrijwel direct verbrand. De andere 50% wordt aangeboden aan het tweedehandscircuit of wordt laagwaardig verwerkt als matrasvulling of isolatiemateriaal voor auto’s. (bron) Het percentage ingezameld textiel dat tot nieuw product verwerkt wordt, is vooralsnog helaas erg klein. Zo zijn er ook nog maar weinig kledingmerken die uit tweedehands textiel volwaardige nieuwe kleding weten te ontwikkelen. Een belangrijke oorzaak hiervan is dat met de komst van fast fashion de kwantiteit van onze kastinhoud toeneemt terwijl de kwaliteit ervan afneemt. En andere reden is dat ‘verse’ katoen in aankoop een stuk goedkoper is dan zijn gebruikte voorganger. Toch zijn ze er wél: bedrijven die gerecycled materiaal kiezen als basis voor hun producten. Loop a life, bijvoorbeeld, is een Nederlands merk dat voor bijna 100% met gerecycled textiel werkt.
De achterkant van de textielcontainer
Vandaag voelt het alsof ik een kijkje neem aan de achterkant van de textielcontainer, om te zien hoe er van ingeleverd textiel iets nieuws gemaakt kan worden. “Elke dag rijden hier vrachtwagens af en aan om ons de inhoud van de textielcontainers te brengen. Die stroom gaat maar door”, vertelt één van de medewerkers van Wieland, terwijl we staan te kijken naar minstens honderd balen samengeperst textiel. “Laten we maar beginnen met drie stuks”.
Knipdagen
Loop a Life organiseert hier bij Wieland jaarlijks zogenaamde knipdagen. Om oude kleding goed te kunnen recyclen moet alles eraf: ritsen, knopen, emblemen, labels (die zijn namelijk gemaakt van polyester en vervuilen de textiel) enz. Dat gebeurt handmatig, want bij elk kledingstuk zitten ze weer op een andere plek en je wilt zoveel mogelijk van de textiel intact houden. Daarom komen er op die knipdagen groepen vrijwilligers, onder wie vandaag ikzelf, om zoveel mogelijk kleding ‘schoon’ te knippen. In elke baal zit, uit m’n hoofd, zo’n 60 kilo aan kleding. Eerder in het proces, zoals ik zag in de eerste hal, is alles al gesorteerd op kleur en materiaal. Wol is goed te recyclen omdat het uit lange vezels bestaat. Bij polyester – plastic dus –, waar veel van de huidige goedkope kleding van is gemaakt, is dat een stuk lastiger. Polyestervezels zijn namelijk erg kort en bijna niet meer te herstellen tot werkbare vezels.
Mannenvesten en gekke details
Maar goed, het is tijd om aan de slag te gaan. Met een textielschaar knip ik me met vijf medevrijwilligers een weg door het oerwoud aan textiel. De mannenvesten vallen me zwaar, ze hebben een hoop embleempjes, ritsen, of schoudervulling, en zijn gemaakt van dikke wol waar ik met mijn botte schaar maar lastig doorheen kom. Na een uurtje knippen voel ik de eerste wrijving op mijn huid, een blaar is in aantocht. Ik word me bewust van alle gekke details die kleding rijk is: elleboogstukken, ritsen en knopen zonder echte functie, borstzakjes zelden groot genoeg om iets in te kunnen stoppen, grote ingestikte merklabels in de nek en ga zo maar door. De conclusie: maar weinig kleren zijn gemaakt van één enkel materiaal. Waren ze dat wel, dan was al dit werk niet nodig geweest en zou er veel sneller en makkelijker gerecycled kunnen worden.
Fantaseren over modulaire mouwen
Mijn kijk op kleding verandert hoe langer ik knip. Waarom maken we geen kleren die gemakkelijk uit elkaar te halen of in elkaar te zetten zijn? Ik fantaseer over modulaire mouwen, afneembare capuchons en vesten met katoenen knopen. Ook begin ik de stukken te observeren als recepten: 350 gram katoen, 20 gram elastane en, voor de finishing touch, 10 gram polyester. En ik vraag me af wat we met al die labeltjes met wasvoorschriften moeten? Zelf knip ik ze er altijd vrijwel direct uit, want ze jeuken en voor je het weet bungelen ze ongewenst uit je kleren. Zijn ze wel nodig, of kan het ook anders? Later lees ik dat de labels belangrijk zijn om de samenstelling van het kledingstuk transparant te maken. Maar ik lees ook dat de aangegeven percentages niet altijd kloppen. Na zes uur knippen komen we aan het eind van de knipdag. We hebben ons door zeker zeshonderd kilo aan kleding gewerkt. Ondanks dat ik aardig gaar ben, voel ik me trots. Door deze actie kunnen merken als Loop A Life bestaan.
Inspirerende initiatieven
Er is nog een hoop werk aan de winkel in de textielsector, dat is me duidelijk. Maar gelukkig komen er meer en meer inspirerende initiatieven bij. Daarom wil ik tot slot een aantal projecten tippen waar ikzelf blij van word:
Project CeCe noemt zichzelf een zoekmachine voor duurzame en eerlijke mode. Op deze website vind je allerlei duurzame merken en winkels, informatie over op welke manier de aangeboden kleding duurzaam is, welke keurmerken het heeft en wat het verhaal erachter is.
Nu is het natuurlijk nóg beter om minder nieuwe kleding te kopen. En daarom zijn er tegenwoordig steeds meer ruil-initiatieven, waaronder de Swapshop in Rotterdam en Amsterdam. Bij de Swapshop lever je kleding van goede kwaliteit in en ontvang je credits die je in de winkel zelf kunt besteden.
Je kunt natuurlijk ook je eigen kledingruil starten, ook in corona tijd! Vul een zak met kleding die je niet meer draagt en laat deze rond gaan bij je vrienden, iedereen kan dan items toevoegen en eruit halen.
En mijn laatste tip: waardeer wat je hebt. Open je kledingkast en ga los met het bedenken van outfit mogelijkheden, wie weet kom je nog op nieuwe ideeën.
Wil je zelf weleens een dagje knippen en ervaren hoe dat is? Loop A Life is regelmatig op zoek naar vrijwillige kniphulp. Je kunt je hier aanmelden om op de hoogte te blijven van de knipdagen. Ik kan het je aanraden!