tekst: Pauline de Bruin
Op het dak van een populair restaurant laat ik de geuren en warme kleuren van Caïro over me heen spoelen. De eerste dag van onze Egypte-reis. Samen met een goede vriend en onze 10-jarige zoons hebben we ons aangesloten bij een groepsreis. In het pre-corona-tijdperk, uiteraard. We gaan nooit zo ver weg met vakantie, meestal houden we het bij Frankrijk of Drenthe, dus ik vind het bijzonder om opeens in een ander werelddeel te zitten. Dit is voor mij Een Grote Reis – met een hoofdletter. We hebben bewust gekozen voor een groep, dat leek ons leuk voor de jongens en dat klopt. Ze sluiten meteen vriendschap met twee jonge stellen van begin 20, die qua belevingswereld dichterbij hen zitten (gek op gamen, zwemmen en MacDonalds) dan bij ons. Top. Hoef ik dat allemaal niet te doen.
In het Egyptisch Museum vergapen we ons aan het gouden gezichtsmasker van Toetanchamon en mummies van oude farao’s. Nou vergapen, ik voel me ongemakkelijk als ik naar de vitrines met dode mensen kijk. Het voelt onethisch. Maar vooruit, ook fascinerend. De stad is druk en heet. De jongens krijgen allebei een voetbal T-shirt van het Egyptisch elftal en voor de thuisblijvers kopen we parfum in prachtig bewerkte glazen flesjes. We gaan naar de Pyramides, natuurlijk. En de Sfinx, die veel kleiner is dan je denkt.
Per spoor en zeilboot
Per trein – ik ga in sneltreinvaart door onze reis – zakken we af naar Luxor. De trein-wc is precies zo vies als men zegt, maar wat geeft het, onderweg drinken we de beelden in van De Nijl, zachtgele dorpjes, weelderige bougainvilles, vrouwen die hun kleren wassen in de rivier en Nubische geiten met lieve flaporen. Bij Luxor bezoeken we per kameel – zo’n beest is écht hoog! – een van de vele historische tempels. Met een felucca maken we een zeiltocht over de Nijl. We lunchen thuis bij de schipper, in een dorpje waar de huizen wel muren hebben, maar geen daken. Hoeft niet, het regent nooit. We fotograferen onze zoons in de afbladderende schoolbanken van een klein schooltje, terwijl Nubische kinderen om ons heen dartelen. Het is geen ‘cultureshock’ zoals het volgens de reisgids had moeten zijn, in tegendeel, het is alsof ik Egypte herken en ik sluit het land in mijn armen. De mensen zijn net zo warm als de zon.
Arabische hengst
Door de woestijn rond Luxor snellen op een Arabische hengst klinkt mij sprookjesachtig in de oren, dus meld ik me daar voor aan. De gids rijdt naast me op zijn ezeltje en maakt me aanhoudend complimenten over mijn ogen. Ik geef geen sjoege want het is een tijdje geleden dat ik op een paard zat en een hengst vind ik best spannend. Ik rijd op enige afstand van de anderen – die op merries rijden – en op de terugweg ga ik voorop. We passeren een veld met suikerriet en plots neemt mijn paard er een hap van. Achter mij hoor ik een woedende schreeuw. Over mijn schouder zie ik een oude man aankomen, zwaaiend met een stok. Hij beent zo snel mogelijk naar me toe. Dat wordt bonje, hij zal vermoedelijk willen dat deze toerist hem geld geeft, alhoewel de schade natuurlijk nihil is. Het lijkt me beter niet op hem te wachten en ik draaf er snel vandoor.
Moskee
De trein brengt ons verder naar het levendige Aswan. Met paard en wagen rijden we door smalle straatjes, boordevol kraampjes met eten en bergen kruiden in prachtige kleuren, overal klinkt geroep en gelach. We bezoeken de grote moskee en ’s avonds eten we heerlijk buiten, naast het zwembad, met uitzicht op de Nijl. Dit is het meest luxe hotel tot nu toe en het is fantastisch.
Na bijna drie weken gaan we heel gelukkig naar huis.
Deze reis maakten we in 2000. Sindsdien ben ik niet meer terug geweest. Doch moeiteloos kan ik bovenstaande details oproepen. Ik ruik en voel Egypte zodra ik in gedachten terugkeer naar deze trip. Ik zít weer op die zeilboot, voel de zon, registreer het geroezemoes aan tafel, ik proef de cake die we tot onze verbazing telkens bij het ontbijt troffen. Als ik door de foto’s blader, komen er nog veel meer herinneringen en gesprekken boven, maar de foto’s heb ik niet per se nodig.
Zo simpel kan het dus zijn. Je ogen dicht doen en die ene bijzondere reis weer ervaren alsof het gisteren was. Voor mij dus geen probleem om deze zomer weer in Nederland te blijven. Als ik zin heb, verplaats ik mezelf in een paar tellen zó naar Caïro. Gratis en voor niets. En volledig klimaatneutraal.